Komkommer

De komkommer is een kruipende wijnstok die in de grond wortelt en op hekjes of andere ondersteunende frames groeit, zich om ribbels wikkelt met dunne, spiraalvormige ranken. De plant heeft grote bladeren die een bladerdak vormen over de vrucht.
De vrucht is ongeveer cilindrisch, langwerpig, met taps toelopende uiteinden en kan wel 60 cm lang en 10 cm in diameter zijn. Komkommers die zijn gekweekt om vers te worden gegeten (slicers genoemd) en komkommers die bedoeld zijn om te worden gepekeld (picklers genoemd) zijn vergelijkbaar. Komkommers worden voornamelijk gegeten in de onrijpe groene vorm. De rijpe gele vorm wordt normaal gesproken te bitter en zuur.
Omdat ze een ingesloten zaadje hebben en zich ontwikkelen uit een bloem, worden komkommers wetenschappelijk geclassificeerd als fruit. Net als tomaten en pompoen draagt ​​hun zuur-bittere smaak er echter toe bij dat komkommers worden gezien, bereid en gegeten als groenten, wat de geaccepteerde culinaire term is.