Geneeskunde in de middeleeuwse islam

In de geschiedenis van de geneeskunde verwijst islamitische geneeskunde of Arabische geneeskunde naar geneeskunde die is ontwikkeld in de middeleeuwse islamitische beschaving en is geschreven in het Arabisch, de lingua franca van de islamitische beschaving. Ondanks deze namen was een aanzienlijk aantal wetenschappers in deze periode niet Arabisch. Sommigen beschouwen het label "Arabisch-islamitisch" als historisch onjuist, met het argument dat dit label de rijke diversiteit van oosterse geleerden die in deze tijd hebben bijgedragen aan de islamitische wetenschap niet waardeert. Latijnse vertalingen van Arabische medische werken hadden een grote invloed op de ontwikkeling van de moderne geneeskunde.
Islamitische geneeskunde was een genre van medisch schrijven dat werd beïnvloed door verschillende medische systemen, waaronder de traditionele Arabische geneeskunde van Mohammeds tijd, oude Hellenistische geneeskunde zoals Unani, oude Indiase geneeskunde zoals Ayurveda en de oude Iraanse geneeskunde van de Academie van Gundishapur. De werken van de oude Griekse en Romeinse artsen Hippocrates, Dioscorides, Soranus, Celsus en Galen hadden een blijvende invloed op de islamitische geneeskunde.